Verstappen wil 'zo'n stressvol jaar als in 2021' niet nog een keer meemaken: 'Ik vind het mooier zoals het nu gaat'

In de eerste stelling geeft de Nederlander aan dat hij zichzelf eigenlijk niet meer verbaast. 'Natuurlijk denk ik weleens: dit was heel goed of dit was heel slecht. Maar ik heb nooit zoiets van: wauw! Ook niet als het heel slecht is bijvoorbeeld. Dan kan ik snel relativeren en besef ik dat ik ervan kan leren.' Verstappen geeft verder aan dat hij momenteel zichzelf beschouwt als de beste coureur op de grid. 'Ik vind dat je altijd in jezelf moet geloven. Voor mij is dat een belangrijke stelregel. Mijn insteek is altijd geweest dat ik iedereen kan verslaan. Maar het is niet zo dat als ik thuis op de bank zit, ik de hele dag tegen mezelf zeg: ik ben de beste, ik ben de beste, haha.'

De drievoudig wereldkampioen reflecteert ook op zijn relatie met Lewis Hamilton. Beide heren voerden een intense strijd in 2021 voor het wereldkampioenschap. Als het aan Verstappen ligt, wordt hij ieder jaar wereldkampioen zonder daar enorm veel voor te hoeven strijden. 'Zo'n stressvol jaar als 2021 hoef ik ook niet nog een keer mee te maken. Ik vind het mooier zoals het nu gaat, zoals we als team dit seizoen hebben gepresteerd.'

Verstappen kijkt ook naar de toekomst en denkt dat hij nooit meer voor een ander team dan Red Bull gaat rijden. 'Ik heb een contract tot en met 2028. Wat er daarna gebeurt, weet ik zelf ook nog niet. Misschien stop ik dan wel in de Formule 1, en dan rijd ik dus sowieso niet meer voor een ander team. Dat zou ook wel een mooi verhaal zijn, als ik mijn hele carrière voor één renstal kan uitrijden. En als ik met Formule 1 stop, zijn er nog genoeg andere raceklassen waarin ik kan uitkomen. Dat is ook wel mijn idee.'

Tot slot benadrukt Verstappen hoe belangrijk Helmut Marko is voor Red Bull. 'Het team zou niet moeten willen doorgaan zonder Helmut. Dat heeft voor mij te maken met respect en loyaliteit, en dat staat voor mij op één. Zo zie ik het ook, als ik kijk naar het contract tussen mij en het team. Wederzijds voel ik dat respect ook van Helmut. Hem laat ik niet vallen.'