Slachtofferorganisaties willen Nederlandse beachvolleyballer van Olympische Spelen weren

Het zedendelict vond in 2014 plaats toen Van de Velde online contact had gehad met een meisje uit Engeland. De beachvolleyballer besloot het meisje op te zoeken, en erkende later dat hij van haar leeftijd afwist. De Engelse rechtbank veroordeelde hem tot vier jaar cel, voor seks met een minderjarige. In Nederland kwam hij vervroegd vrij omdat er in ons rechtelijke kader sprake was van ontucht, waar een kortere straf op staat.

Van de Velde speelt op het zand samen met Matthew Immers en hoopt deze zomer zijn debuut op de Spelen te maken. De internationale organisaties Sport & Rights Alliance, Kyniska Advocacy en The Army of Survivors willen daar een stokje voor steken, en hebben het Internationaal Olympisch Comité (IOC) opgeroepen om de beachvolleyballer te weren. 'Wij zijn er absoluut niet tegen dat sport een rol speelt in de rehabilitatie van daders, alleen vinden wij het meest prestigieuze sportpodium ter wereld daar niet geschikt voor', leest hun gezamenlijke statement.

De NOC*NSF en de Nevobo, de Nederlandse volleybalbond, stellen dat zij achter hun sporter staan en geen reden zien om zijn deelname te blokkeren. Van de Velde heeft zijn straf uitgezeten en volgens deskundigen is er geen sprake van recidivegevaar. Van de Velde zelf noemde de daad waarvoor hij veroordeeld is in 2018 'de grootste fout van zijn leven'. Hij beseft zich dat wat hij toen gedaan heeft nog vaker dan eens zal worden opgerakeld, maar heeft het daar wel lastig mee.