Olfers neemt met haar standpunt een opvallende positie in. Dit is om twee redenen opmerkelijk. Ten eerste is de hoogleraar als adviseur verbonden aan het ISR. Het is echter belangrijk op te merken dat zij zich niet bezighoudt met individuele zaken en dus geen betrokkenheid heeft bij de zaak-Overmars. Daarnaast delen Olfers en Overmars een verleden bij
Ajax, waar ze in de tijd van de fluwelen revolutie van Johan Cruijff als commissaris en oud-speler tegenover elkaar stonden. Desondanks neemt Olfers het nu indirect op voor Overmars.
'Het gaat om het beginsel van proportionaliteit. Wanneer iemand zich in Nederland schuldig maakt aan hetgeen Overmars wordt verweten en het geen strafzaak is of wordt, dan leidt dit bijvoorbeeld tot het einde van de arbeidsovereenkomst en nooit tot een beroepsverbod. En zeker niet tot een wereldwijd beroepsverbod. Daarom vind ik de sanctie die de FIFA oplegt disproportioneel. Nog even los van het feit dat FIFA onnavolgbare keuzes maakt op het gebied van mensenrechten en het houden van WK’s.'