Het Nederlandse herenteam zal volgend jaar aan de Olympische
wegwedstrijd in Parijs deelnemen met slechts drie renners, dat is er eentje minder
dan sommige andere grote wielerlanden. Bij de vorige Olympische Spelen namen
nog vijf Nederlandse renners deel aan de wegwedstrijd. De Internationale Wielerunie (UCI) heeft de regels onlangs
aangescherpt. Alleen de vijf best gerangschikte landen mogen met vier renners
aan de start verschijnen in de wegwedstrijd in Parijs. Dit zijn: België,
Denemarken, Slovenië, Groot-Brittannië en Frankrijk.
Nederland staat momenteel op de achtste plaats in deze
ranglijst, wat betekent dat ze het moeten doen met slechts drie renners. Dit is
twee renners minder dan bij de Spelen van 2021, waar
Bauke Mollema, Dylan van
Baarle, Tom Dumoulin, Wilco Kelderman en Yoeri Havik deelnamen. Mollema
behaalde toen de beste prestatie met een vierde plaats.
Bij de individuele tijdrit mag Nederland slechts één renner
afvaardigen, wat in lijn is met de regels van twee jaar geleden. Bij de vorige
Spelen won de inmiddels gestopte Dumoulin zilver, met de olympisch kampioen
Primoz Roglic als winnaar.
Het Nederlandse damesteam zal daarentegen in volle sterkte
naar Parijs gaan. Als leider in de landenranking zal Team Oranje met vier
rensters aan de start verschijnen voor de wegwedstrijd, en twee rensters voor
de individuele tijdrit.
De Olympische Spelen in Parijs zullen op vrijdag 26 juli
worden geopend, waarbij de wegwedstrijd voor vrouwen op 3 augustus op het
programma staat, gevolgd door die voor de mannen een dag later. Het parcours
belooft gevarieerd te zijn, met de heuvel van Montmartre als een uitdagend
element.