Manchester City na wereldtitel ook weer succesvol in de competitie: 'We vergeten wel eens hoe goed we zijn'

Everton nam verrassend de leiding op eigen terrein, met Jack Harrison die na een halfuur spelen de openingstreffer maakte. Phil Foden trok kort na rust de stand gelijk, terwijl Julián Álvarez in de 64e minuut een strafschop benutte: 1-2. Deze strafschop werd toegekend omdat Amadou Onana van dichtbij een schot van de Nederlandse international Aké met zijn arm blokkeerde. Een fout van Pickford zorgde vlak voor tijd voor de beslissing. De doelman probeerde de bal buiten zijn strafschopgebied weg te werken, maar schoof deze recht in de voeten van Bernardo Silva. De Portugees profiteerde dankbaar en mikte feilloos raak in het lege doel.

Het uitstapje naar Saoedi-Arabië, waar City afgelopen vrijdag de wereldtitel voor clubs veroverde door in de finale met 4-1 van Fluminense te winnen, heeft de club na een mindere periode goed gedaan. 'We hebben ons daar herpakt en gereset', zei Pep Guardiola. 'In het vliegtuig terug hoorde ik de spelers met elkaar praten. Ze wisten niet dat ik meeluisterde, maar ze spraken al over de wedstrijd tegen Everton. Wauw, dacht ik. Dat zijn mijn mannen.'

City behaalde slechts zeven punten uit de vorige zes competitieduels, wat de achterstand op de topclubs leek te vergroten. Na de overwinning op Everton staat City weer in de top vier met 37 punten, vijf punten achter koploper Liverpool, maar met een wedstrijd minder gespeeld. 'We spelen dit seizoen veel wedstrijden en er zijn mensen die zeggen dat we niet meer de oude zijn. Maar we hebben slechts één keer verloren in de laatste dertien wedstrijden. We vergeten wel eens hoe goed we zijn.'