Duitsland stond een week geleden op zijn kop: een enquête die deel uitmaakte van een documentaire, peilde hoe Duitsers over de huidskleur van de (EK-)spelers dachten. De enquête bereikte ook de Duitse selectie.
In een brief aan het Duitse BILD heeft aanvoerder Ilkay Gündogan het land toegesproken. Hij gaat onder andere in op de enquête, waarin ook hij werd bekritiseerd. Gündogan werd bekritiseerd omdat hij Turkse roots heeft, maar daar trekt hij zich niets van aan. 'Met de aftrap vanavond (vrijdagavond, red.) gaat voor mij meer dan een droom in vervulling. Als aanvoerder van een thuistoernooi mijn eigen nationale team het veld op begeleiden. Alleen de gedachte daaraan bezorgt mij al kippenvel. Net zoals ons pad als team de afgelopen jaren rotsachtig en vol tegenslagen was, kan ook ik terugkijken op een gecompliceerde carrière in het DFB-shirt.'
Trots op achtergrond
De aanvoerder reageert duidelijk op de enquête. 'Het maakt mij des te trotser om Duitsland als eerste aanvoerder met een migratieachtergrond op een groot toernooi het veld op te leiden.' Sommige Duitsers waren ook van mening dat het Duitse team niet wit genoeg is; 21 procent van de ruim 1300 respondenten (volgens de peiling, red.) zou graag meer witte spelers op het veld zien. 'Ik kan leiding geven aan een team dat bijzonder is omdat het beïnvloed is door zoveel verschillende culturen en landen. Dit zijn precies de factoren die ons als Duitse nationale ploeg in 2024 sterk zullen maken: diversiteit en de invloed van verschillende culturen.'
Voetbal verbindt
'Wat we in het verleden hebben kunnen leren en voelen: voetbal heeft de kracht om mensen samen te brengen', is Gündogan van mening. 'We leven in een tijd waarin fronten steeds sterker worden opgebouwd. Mensen luisteren niet meer naar elkaar. Waar er verdeeldheid is in onze samenleving. Als team willen we de komende vier weken ons land dichter bij elkaar brengen. Draag er aan bij dat er weer meer samenhang komt. Dat mensen trots kunnen zijn op hun Duitse nationale team – en toch de miljoenen gasten die de komende weken naar ons mooie land zullen komen, met openheid, respect en vriendelijkheid kunnen benaderen.'