In Rotterdam is het helder: Ayase Ueda draagt Feyenoord met zijn doelpunten. Zijn seizoentotaal ligt nu hoger dan dat van vijf Eredivisieclubs samen. Dat is meer dan een leuk feitje. Het tekent de vorm van de spits en het gat tussen top en staart van de competitie.
Ueda legt de lat voor spitsen in de Eredivisie
Ueda scoort constant en zuiver. Hij heeft weinig balcontacten nodig om gevaar te stichten. Dat geeft Feyenoord rust in de zestien en rendement in wedstrijden die kantelen op één moment.
De spits beweegt slim tussen centrale verdedigers. Hij loopt weg op het juiste moment en kiest vaak de eerste paal. Daardoor krijgt hij net die meter die hij nodig heeft voor een tikje of kopbal.
Belangrijk: hij dwingt verdedigers om in te zakken. De ruimte voor middenvelders op de rand van het strafschopgebied wordt dan groter. Zo wordt Feyenoord minder voorspelbaar.
Aanvoer vanaf de flanken en backs: patronen die werken
Feyenoord speelt met veel diepte op de flanken. De backs schuiven door en de buitenspelers zoeken de achterlijn of de half-space. De lage voorzet en cutback zijn vaste wapens.
Ueda profiteert van die balcirculatie. Hij wacht niet in de rug, maar beweegt naar de bal toe. Daardoor passeert hij de voorste zone op snelheid en kan hij in één keer afronden.
Ook standaardsituaties leveren gevaar op. Voorzetten vanaf corners en vrije trappen worden strak en laag gespeeld. Ueda anticipeert op het tweede gebied, net buiten de vijfmeter.
Afwerking: weinig touches, hoog rendement
Veel goals komen uit één of twee balcontacten. Dat verkleint de kans op blokkades en maakt de afronding moeilijk te verdedigen. De timing is cruciaal; de loop start meestal net voor de voorzet.
De meeste ballen vallen tussen penaltystip en vijfmeter. Dat is de zone waarin keepers twijfelen en verdedigers achteruitlopen. Ueda leest die momenten beter dan zijn directe tegenstanders.
Zijn rust in de afronding valt op. Geen overbodige schijnbewegingen, wel kiezen voor de korte hoek of een simpele tik. Simpel oogt saai, maar levert punten op.
Vijf clubs met scoringsprobleem: wat zegt dit over de Eredivisie?
Dat één spits meer scoort dan meerdere teams samen, legt een trend bloot. De top ploegt stabiel door, de staartploegen hebben moeite om kansen te creëren en af te maken.
Veel laagvliegers komen nauwelijks aan schoten in de zestien. Aanvallers spelen vaak geïsoleerd, middenvelders sluiten te laat aan. Daardoor blijft het bij afstandsschoten en spelhervattingen.
Een ander punt is wisselend personeel voorin. Blessures en snelle wissels breken automatismen. Zonder vaste patronen wordt elke aanval een losse ingeving, en dat kost goals.
Mentale component: vertrouwen maakt verschil
Ueda speelt met overtuiging. Hij vraagt de bal in drukke zones en durft in de eerste minuut te schieten. Dat straalt af op het team en zet tegenstanders op achterstand.
Voor clubs die weinig scoren is het omgekeerd. De eerste gemiste kans weegt zwaar. De vlucht naar de veilige keuze – bal terug, tempo omlaag – drukt het gevaar nog verder weg.
Doelpunten veranderen wedstrijden. Wie snel scoort, dicteert het tempo en dwingt fouten af. Ueda geeft Feyenoord dat startschot in veel duels.
Europese weken en belasting: kan deze vorm blijven?
De herfst brengt midweeks voetbal. Rotatie en doseren worden belangrijk. Ueda hoeft niet elke minuut te spelen om beslissend te zijn, als de patronen blijven staan.
De aanvoer moet ook in Europa kloppen. Tegen sterkere backs is variatie nodig: vroege voorzet, lage cutback, en soms de diepe bal in de ruimte. Feyenoord heeft die mix in huis.
Belangrijk wordt het herstel tussen wedstrijden. Korte sprints, veel contact in de zestien en reizen vragen om scherp periodiseren. Met een fit Ueda houdt Feyenoord dreiging over meerdere fronten.
Voor de volgende speelronde telt maar één vraag: blijft de efficiëntie intact? De top van de Eredivisie – PSV, Ajax, AZ, Twente – kijkt mee. Elke week kan het verschil in de titelrace maken.
Ueda’s productiesprint zet de toon. Voor Feyenoord is het een wapen én een waarschuwing: zorg dat de aanvoer blijft stromen, dan volgen de punten. Voor clubs in de gevarenzone is het een harde spiegel. Zonder plan en herhaling voor de goal blijft scoren een uitzondering.
